zondag 24 november 2013

Verhuisd

Deze blog wordt niet meer bijgehouden. Artikelen van Sandra Holleman over ons voedselsysteem, waaronder haar maandelijkse column Arnhemse Spruyt voor Arnhem-direct, verschijnen op www.sandraholleman.nl

dinsdag 12 november 2013

De huidige inrichting van ons voedselsysteem is een aflopende zaak

Met Dynamic Food heb ik onlangs een boek gemaakt over ons toekomstig voedselsysteem. Hiervoor heb ik een aantal vakspecialisten geïnterviewd en vele essays geredigeerd. Onlangs heb ik ook zelf een stuk geschreven, waarin ik een aantal punten binnen ons voedselsysteem belicht.

De huidige inrichting van ons voedselsysteem is een aflopende zaak
Wanneer we in de toekomst, gezond, lekker en divers willen kunnen eten, staan we voor een groot aantal uitdagingen. Misschien wel de belangrijkste uitdaging is de dreigende voedselschaarste. De landbouwproductie heeft enorm kunnen toenemen door de inzet van veredeling, kunstmest en bestrijdingsmiddelen, waardoor er nu 145% meer voedsel wordt geproduceerd dan een paar decennia geleden.1 Niettemin zal er door de groeiende wereldbevolking, de klimaatveranderingen en het opraken van de voorraad aardolie en meststoffen als fosfaat 2 in de toekomst niet voldoende voedsel zijn voor iedereen. Tenminste, niet als we zo doorgaan als nu.

We hebben nog nooit minder aan voedsel uitgegeven dan vandaag de dag.3 Louise Fresco schreef dit jaar in NRC dat boer en supermarkt makkelijker te sturen zijn dan het gedrag van de consument. Dus zolang er geen honger in het voorruitzicht ligt, maakt het grootste deel van de consumenten zich niet druk om zijn eten en zullen de meeste mensen met (in hun ogen) belangrijkere dingen bezig zijn.4 Als uiteindelijk vanwege de schaarste de voedselprijzen zullen stijgen, zal de consument gedwongen worden bewust in te kopen.

Ik verwacht dat boeren in de toekomst dát gaan produceren wat hen zo min mogelijk grondstoffen en oppervlakte zal kosten en zoveel mogelijk voedsel oplevert (bijvoorbeeld aardappels in plaats van rijst ). Ook precisielandbouw (gerichte en minimale dosering van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en water) heeft de toekomst.6 En er zullen rassen gekweekt worden die bestendig zijn tegen extreme droogte of overstromingen. Voor elke kilo vlees is nu vier kilo plantaardig voedsel nodig.7 Een inefficiënte productiewijze, die vlees uiteindelijk tot luxeproduct zal maken.8 Een goed stukje biefstuk wordt misschien wel net zo duur als een fles Château Mouton-Rothshild uit 2007.

De schaalvergroting die reeds in gang is gezet zal zich verder uitbreiden. Sommige gebieden zijn simpelweg zo aantoonbaar geschikt om een bepaald soort gewas te telen, dat de productie van dat gewas zich volledig naar die gebieden zal verplaatsen.9 Met schepen varend op biobrandstof worden deze producten vervolgens getransporteerd naar de landen waar de vraagprijs het hoogste is. Een gevolg van de schaalvergroting is dat de biodiversiteit verder afneemt. Om dat te voorkomen zullen overheden en de ‘good food’ beweging zoveel mogelijk mensen blijven gaan enthousiasmeren om lokaal te produceren. (Lokale) overheden zullen eetbare groenvoorzieningen aanleggen en vergeten groenten zullen volop op balkons en in tuinen worden gekweekt.

De positie van (lokale) boeren verbetert. Er komen meer vragers, maar het aanbod blijft ongeveer gelijk, waardoor boeren kunnen kiezen aan wie ze leveren. Nu draaien de industrie en de supermarkt boeren nog de nek om. maar de macht in de voedselketen gaat verschuiven en nieuwe alternatieve voedselnetwerken worden ontwikkeld. Consumenten zullen, zonder de tussenkomst van de supermarkt, de directe weg naar de boer vinden10 en worden door de overheid aangespoord om gezonder te eten. De overheid neemt eindelijk maatregelen om via het voedselsysteem de volksgezondheid te stimuleren. Gezond eten verkleint de kans op ziekten en overgewicht 11 en als de consument aantoonbaar gezond eet, zal deze in de toekomst minder zorgpremie hoeven betalen.

Ik ben ervan overtuigd dat de huidige inrichting van ons voedselsysteem een aflopende zaak is. Maar als we onze manier van produceren tijdig aanpassen, zullen we in de toekomst kunnen vasthouden aan onze huidige eetcultuur. Het enige wat we dan echt moeten leren minderen of opgeven is de consumptie van vlees.

Misschien is het zo gek nog niet, een biefstuk savoureren met dezelfde eerbied die we nu kunnen opbrengen voor een goed glas wijn.

Bronvermelding1 Essay Joost Reus, Dynamic Food boek (2013)
2 TedTalk Mohamed Hijri
3 Carolyn Steel, De hongerige stad, NAi uitgevers (2008)
4 Jan Peter van Doorn, Volkskrant (1 november 2013)
5 Adjiedj Bakas, The future of FOOD, Sriptum (2012)
6 Essay Tiny van Boekel, Dynamic Food (2013
7 Adjiedj Bakas, The future of FOOD, Sriptum (2012)
8  Interview Lars Charas, Dynamic Food (2013)
9 Interview Mac van Dinther, Dynamic Food (2013)
10 Interview Lars Charas, Dynamic Food (2013)
11  http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/voeding

zondag 27 oktober 2013

Een half jaar na het experiment


In de maand april hield ik een blog bij. Alles wat ik at, hield ik bij in een voedingslijst. Ik probeerde de herkomst en ingrediënten van alles wat ik in mijn mond stopte te achterhalen. Mijn doel was het om meer te weten te komen over wat ik eet om zo betere keuzes te maken in wat ik koop.
Nu, een half jaar na het experiment, blik ik terug om te kijken of dit experiment mijn eetgedrag heeft veranderd.
Dynamic Food
Doordat ik dit jaar intensief betrokken ben het platform Dynamic Food heb ik veel geleerd over ons huidig en toekomstig voedselsysteem. Naast interviews met diverse vakspecialisten en het redigeren van essays voor het Dynamic Food boek, heb ik tijdens de Super Streek Weken in april ondervonden hoe het was om een week lang alleen maar lokale producten te eten en een week lang alleen maar supermarktproducten te eten.
Tijdens de Super Streek Week at ik – samen met een deel van het Dynamic Food team – een week lang alleen streekproducten eten. Om het nog moeilijker te maken, hielden we een vast menu aan, gebaseerd op wat de initiator van Dynamic Food; Annelou van Griensven normaal thuis eet.
We moesten ons houden aan de volgende regels:
Regels Streekteam
  • Producten moeten afkomstig zijn uit een straal van veertig kilometer rondom de stad
  • Het hoofdingrediënt van een verwerkt product moet in de regio geproduceerd zijn
  • Eet zoveel mogelijk biologische producten
  • Eet zoveel mogelijk seizoensgebonden producten
  • Probeer zoveel mogelijk producten van het land te kopen (in plaats van in de kas)
Hoe dit is verlopen kun je teruglezen in eerder blogs of in het Dynamic Food boek, te bestellen via de website van Dynamic Food.
Lokale producten
Dankzij het experiment weet ik steeds beter waar ik lokale producten kan kopen en ben ik steeds meer lokaal gaan eten. In Arnhem is vlak na het experiment de Junior Foodshowroom geopend, een pop-up kruidenier waar ik terecht kan voor een groot deel van mijn dagelijkse boodschappen. Zo wordt lokaal eten wel heel gemakkelijk. Ook de boodschappenservice Puurland begon vlak na het experiment, maar omdat ik een volkstuin heb is dit voor mij niet praktisch. Ik wil namelijk zo min mogelijk eten weggooien.
Ik weet nu beter waar ik lokale producten kan krijgen, ze smaken me over het algemeen beter ( ze zijn vaak verser). Ook waardeer het persoonlijk contact wat ik heb als ik naar de Slagerij, de Zuivelboer of de boerenmarkt ga erg. Ik vind het fijn om te weten waar mijn producten vandaan komen.
Ik weet dat lokaal (of biologisch) niet altijd duurzaam is en dus ook niet altijd beter voor is het milieu, maar toch vind ik het geruststellend om te weten dat mijn producten van dichtbij komen en kies mijn leveranciers bewust. Ik hoef natuurlijk niemand uit te leggen dat de walnoten uit de tuin van mijn oma, specialer zijn dan die uit de supermarkt.
Ik heb nu voor het tweede jaar een volkstuin en merk dat ik in de zomer nauwelijks nog groentes of fruit hoef te kopen. Ook nu nog kan mijn volkstuin me bijna helemaal voorzien in mijn dagelijkse behoefte  aan groente en fruit en oogst ik op dit moment onder andere frambozen, lente-ui, pastinaak, andijvie, aardperen, pompoen, courgette, wortels, paksoi, knolraap, postelein, rucula, spinazie en veldsla. Een deel hiervan is te danken aan de mooie nazomer. Ik heb veel zin om volgend jaar weer nieuwe dingen uit te proberen en zet steeds meer in op producten die niet of nauwelijks te verkrijgen zijn in de supermarkt. Dit jaar verbouwde ik bijvoorbeeld tuinmelde. Daarnaast wil ik steeds duurzamer gaan verbouwen en zet ik in op gewassen die weinig aandacht nodig hebben, zoals hyssop, daslook, rabarber, bessen en frambozen. Zo kan ik ook zonder schuldgevoel een week op vakantie.
Natuurlijk is het zelf verbouwen van voedsel niet bepaald duurzaam. Ik gebruik veel water bij het wassen en soms mislukt er iets. Toch geeft het me veel voldoening als iets wel lukt. Ik weet welke weg dit zaadje heeft afgelegd om op mijn bord te belanden.
SeizoensproductenDankzij mijn tuin maar ook dankzij het experiment leef ik steeds meer volgens de seizoenen en vind ik het een uitdaging om met deze producten te koken. Toch houd ik me er niet helemaal aan. Op dit moment is er nauwelijks biologisch en/of lokaal fruit te koop, moet ik dan de hele winter alleen maar appels en peren eten?
Biologisch
Ik eet bijna alleen maar biologische producten, maar als ik geen tijd heb om brood te kopen lunch ik toch nog op mijn werk en jawel ik ben ook nog regelmatig in de supermarkt te vinden.  Soms voel ik me schuldig over wat ik eet. Een biologische ananas wordt bijna altijd met het vliegtuig vervoerd vanwege de korte houdbaarheid, maar mag ik dan nooit meer ananas eten? Als ik in een restaurant eet, wat is dan de beste keuze? Als ik een keuze heb in de aanschaf van biologische pastasaus kijk ik tegenwoordig eerst naar de ingrediënten. Ik wil zo puur mogelijk eten met zo min mogelijk toevoegingen. Helaas zijn die ook vaak in biologische producten te vinden. Ik heb al die smaakversterkers toch helemaal niet nodig?
Waar baseer ik mijn keuzes op?
Ik probeer als consument zoveel mogelijk de juiste keuzes te maken, maar verdwaal soms een beetje in alle tegenstrijdige informatie. Ik weet nu bijvoorbeeld niet of ik in de herfst beter Spaanse tomaten (vervoerd in een vrachtwagen) of Nederlandse tomaten (wellicht al gekweekt een een verwarmde kas) moet eten. Ook heb ik nog niet helemaal voor mezelf bepaald wat ik belangrijker vind. Het liefst eet ik biologisch, lokaal, duurzaam, gezond en lekker. Toch is biologisch niet altijd duurzaam en lokaal niet altijd biologisch. Ook eet ik soms toch een stukje biologisch rundvlees, terwijl ik best wel weet dat dat niet duurzaam is. Als biologisch synoniem stond voor onsmakelijk, weet ik niet of ik mezelf ook een 'bewuste consument' durfde te noemen.
Ik blijf me in dit onderwerp verdiepen en hoop op die manier wel steeds beter en makkelijker keuzes te kunnen maken in wat ik eet.  Hoe meer ik leer over mijn voeding, hoe meer dingen ik laat staan. Gelukkig komen er ook veel dingen voor terug en vind ik veel 'fout voedsel' zoals kant-en-klare maaltijden en frituur vaak helemaal niet lekker.

dinsdag 23 juli 2013

Pieperpad


Vorige week fietste ik samen met mijn lief een stuk van het Pieperpad, een 1000km lange fietstocht door Nederland waarin het voornamelijk  om aardappels draait. We hebben vijf dagen lang door aardappelvelden gefietst, een aardappelboer gesproken én natuurlijk aardappels gegeten. Zou een van aardappels waar we langs zijn gefietst binnenkort op mijn bord belanden?

De route
We reden eerst vanuit Arnhem door de Veluwe richting Hierden, en begonnen de aardappelroute de tweede dag in Flevoland. Vanuit Flevoland reden we langs de Friese kust omhoog tot vlak onder Schiermonnikoog.  Als we tijdens de route echt alleen maar aardappels hadden gezien, dan was de route tamelijk saai geweest, maar gelukkig werden de aardappelvelden afgewisseld door kleine, maar gezellige plaatsjes als Lemmer, Hindeloopen en Dokkum. Ook fietsten we voor een groot deel langs het water (IJsselmeer en de Friese kust). Naast aardappelplanten met vrolijke roze en/of witte bloemetjes, kwamen we ook langs velden vol appels, maïs, wortel, witlof, ui etc.. De meeste aardappelboeren verbouwen naast aardappel  dan ook allerlei andere groente.  Maar eens in de vier of zelfs zeven jaar staan de aardappelplanten op het zelfde veld. Dit om de grond gezond te houden en ziekten te voorkomen.  

Noordoostpolder
De eerste dag fietsten we door de Noordoostpolder, waarschijnlijk door het saaiste landschap van Nederland.  De man die onze hele dag hier goed maakte was Niek Vos, een hartverwarmende biologische aardappelboer uit Kraggenburg. Niek gaf zijn middagslaapje op om met ons naar zijn aardappelvelden te fietsen drie kilometer verderop. Zijn vader, die destijds woonde in de Admiraal de Ruytersweg in Amsterdam, had in de jaren vijftig geholpen de polder droog te leggen en kreeg als beloning na twee jaar een boerderij. Niek en zijn gezin wonen hier nog steeds.

Niek is ondertussen al drieëntwintig jaar biologische boer, en was daarvoor ook al twintig jaar als boer aan het werk. Samen met kweekbedrijf Meijer hebben Niek en zijn vrouw in 2008 de Bionica aardappel gekweekt die de aardappelziekte phytophthora kan weerstaan. We waren op zijn proefveldje waar hij diverse aardappelplanten heeft staan. Zodra een aardappelplant ziekteverschijnselen vertoond wordt hij weggehaald, de goede laat hij staan. Zo selecteert hij in eerste instantie alleen op ziekte, later wordt de aardappel getest op o.a. voedingswaarde en smaak.

Zittend in zijn aardappelveld vertelt Niek ons zijn verhaal. ‘Mensen laten de Bionica staan omdat hij wit is. Hij smaakt ‘gewoon’, maar de consument heeft liever gele aardappels op zijn bord.’ De supermarkten in Nederland hebben de Bionica nooit willen afnemen, maar gelukkig heeft Odin heeft de aardappel wel opgenomen in zijn groentepakket. Daarbij lieten ze vijfhonderd klanten een smaaktekst invullen. De klanten waren tevreden en daarom heeft Odin de Bionica nu dan ook echt in zijn assortiment opgenomen.  De Bionica zal  binnenkort overigens Niek’s witte gaan heten. De naam Bionica blijkt niet zo goed te verkopen en door de kleur van de aardappel juist te benadrukken als iets bijzonders, hopen ze de aardappel beter in de markt te kunnen zetten.  ‘Wellicht dat er zelfs een pakket wordt samengesteld, met allerlei verschillende kleuren groentes, waarin Niek’s Witte dan heel goed past’ , vertelt Niek.

Voordat Niek biologisch ging boeren moest hij zijn aardappelveld steeds vaker spuiten, veel boeren deden dat vanwege de angst voor een mislukte oogst.  ‘De producenten van pesticiden schilderen je een doemscenario voor’. Toen hij overstapte naar biologisch boeren werd hij veel  gewaarschuwd voor ziekten, maar al dat gespuit bleek allemaal niet nodig en het ging hem goed af. Ook zonder pesticiden bleven de aardappelen gezond. Destijds was hij ook een van de eerste biologische boeren en had hij weinig voorbeelden. ‘Tegenwoordig is het veel makkelijker om de overstap te maken.’

Tussen het veld staat dit jaar redelijk wat onkruid. ‘ Ik durfde het er dit jaar niet tussen uit te halen, vanwege het droge weer, maar het kan geen kwaad’.

Die avond aten we als enige op het terras van de Ducdalf in Espel. Ondertussen stopten er constant boeren om maaltijden af te halen. ‘Om achter de trekker op te eten’, zei de jongen die ons bediende.

Friesland
Vanuit Espel fietsen we de volgende dag naar Hindeloopen. We waren opgelucht weer op het ‘oude’ land te komen en waren verrast dat het landschap hier af en toe glooide. Langs de weg konden we o.a. courgettes en eieren kopen. Het landschap verklapte ook dat Nederland een belangrijke speler is in de zuivelindustrie; er waren in dit gedeelte van het land meer koeien dan aardappels. We maakten een tussenstop bij IJsboerderij De Buterkamp, waar we heerlijk biologisch ijs aten met verse aardbeien.  We eindigden die dag in het pittoreske Hindeloopen, waar we graag nog een dagje hadden willen blijven. Wel een mooie zonsondergang boven het IJsselmeer.

De dag erop hadden we het aan het einde van de dag wel een beetje gehad met de aardappelvelden. We fietsen met tegenwind naar St. Jacobiparochie, en ja dat hielp natuurlijk niet echt. Bij zorgboerderij Gerbranda State stopten we even, maar iedereen was erg druk. We konden helaas geen nieuwe aardappels van de boerderijwinkel meenemen in onze fietstassen, want we hadden al genoeg bagage bij ons. Die avond aten we in restaurant De Zwarte Haan, waar we langs de zee in ongeveer een uur naar toe liepen vanaf onze Bed en Breakfast. Bij ons gerecht aten we aardappelgratin en gebakken aardappels. De kok kon even niet op de naam van de boer komen, maar hij wees er wel op dat de goede man op de voorkant van het pieperpad boekje preikt. Omdat er geen taxi kwam, was de kok zo lief ons zelf naar huis te brengen.

Op onze laatste echte fietsdag hadden we weer veel wind en besloten we niet meer naar Engwierum te fietsen om daar onze laatste boer te bezoeken, maar om vanuit Dokkum direct naar Bollingawier te fietsen.  Dat kwam ook omdat we s’ochtends een SRV-Wagen waren tegengekomen, waar we uit nostalgie een tijdje zijn blijven kletsen.  Blijkbaar rijden er nog vierhonderd van deze mobiele supermarkten rond in Nederland!

Bij de Waard van Ternaard in Ternaard hebben we die avond het beste gegeten op de hele route, met jawel bij een van de amuses, aardappelschuim.  De producten zoveel mogelijk biologische en uit de streek. Zeker een aanrader! 

De volgende dag reden we terug naar Leeuwarden en pakten we vanuit daar de trein naar Arnhem. Tijdens de treinrit gleden er nog een aantal aardappelvelden voorbij.

Conclusie
Ik wist niet dat Nederland zo stil en leeg kon zijn, dat was heerlijk. Ik wil echter nooit meer terug naar de Noordoostpolder, vanwege het kale saaie landschap en de verschrikkelijk lelijke steden, maar ik ben erg blij dat we boer Niek daar hebben gesproken en dat ik heb ervaren hoe het is om door dit jongste stukje van Nederland te fietsen. De route door Friesland was voor het grootste gedeelte erg mooi en soms ook verassend. Ik kom graag weer terug om meer van deze provincie te ontdekken.

Het meest bijzondere stukje van het pieperpad was voor mij de omgeving rondom St. Jacobiparochie en Bollingawier. Daar was ik graag nog even gebleven om te genieten van de stilte en te luisteren naar de wind.  De mensen die we zijn tegengekomen en de B&B’s waar we zijn gebleven waren stuk voor stuk bijzonder. We hebben veel fascinerende verhalen verzameld, en hadden ontzettend mazzel met het weer. Het was telkens tussen de 21 en 25 graden en we hadden in het begin geen wind. Als het had geregend, waren we waarschijnlijk eerder naar huis gegaan.

Als afsluiting van de route, ga ik deze week de Frieslander aardappels in mijn volkstuin oogsten. Daarna sluit ik dit aardappelhoofdstuk even af, ik heb even genoeg aardappelvelden gezien. Ik heb Niek beloofd om volgend jaar zijn aardappels in mijn tuin te poten. Wil je dat ook? Bestel de Bionica pootaardappelen dan hier >>

Een aantal tips voor als je ook het pieperpad wil fietsen:
  • Koop fietskaarten ( de anwb fietsknooppunten staan niet overal op de route even goed aangegeven en de kaarten in het boekje zijn niet altijd gedetailleerd genoeg).
  • Houd rekening met tegenwind!
  • Als je niet alleen van A naar B wil fietsen, maar ook tussendoor wat dingen wilt bezoeken, fiets dan niet meer dan zestig kilometer per dag
  • Bel de boeren die je wilt bezoeken eerst even op, telefoonnummers staan in het boekje.


vrijdag 7 juni 2013

Alles over aardappels

Volgende maand fiets ik in zes dagen samen met met lief van Arnhem naar Leeuwarden. We fietsen langs verschillende biologische aardappeltelers en slapen in verschillende Bed & Breakfast. We fietsen niet in een rechte lijn, maar gaan een deel van het Pieperpad fietsen; een aardappelfietsroute van Zeeland naar Friesland. We fietsen overigens maar een deel van de route; via de Veluwe naar Flevoland en daarna langs de kust van Friesland. Op deze blog zal ik in half juli verslag doen van de fietsroute.

Waarom de Aardappel?
Vorig jaar stopte ik voor het eerst een aardappel in de grond. Na een paar weken ontstonden er prachtige struiken met besjes en bloemen eraan. Een paar weken later stierf alles af. Ik dacht eerst dat ik iets niet goed had gedaan. De volkstuinvereniging waarschuwt niet voor niets jaarlijks voor de aardappelziekte. Iedere volkstuinder is daarom verplicht de aardappels op een door de vereniging aangewezen plek te telen om ziektes en plagen te voorkomen. De aardappels mogen pas na vier jaar weer op dezelfde plek geteeld worden. Gelukkig bleek het afsterven van de planten niets te maken te hebben met deze ziekte, het was gewoon tijd om te oogsten.  De ene na de andere aardappel kwam uit de grond. Ongelooflijk hoeveel opbrengst ik had van die paar aardappelen die ik in de grond had gestopt. Ze smaakten veel lekkerder dan de aardappels uit de supermarkt en waren daarom erg snel op. Dit jaar wilde ik twee andere aardappelrassen poten en toen kwam ik erachter dat er meer dan 4000! rassen zijn. Dat was een reden om me er verder in te verdiepen.

Ik las het boek 'Botanica van het verlangen' van de Amerikaanse Michael Pollan, waarin hij verteld over de geschiedenis van de aardappel en over de wens om met de (genetisch gemodificeerde) aardappel de natuur te beheersen. Zelf pootte hij in zijn eigen tuin een aantal genetische gemodificeerde en gepatenteerde aardappelen van Monsanto en onderzocht of hij deze aardappelen durfde te eten. Op het label van de pootaardappelen stond namelijk dat de aardappelplanten zelf als pesticide geregistreerd waren bij de Noord-Amerikaanse dienst voor milieubescherming. Afgelopen maandag was ik bij een lezing van dezelfde Amerikaanse schrijver, waar hij vertelde dat de aardappels die Mac Donalds in Amerika van grote geïndustrialiseerde boerderijen krijgt, tot zes weken na het oogsten nog giftig zijn. Ik weet niet of dit overdreven is, maar er zal een kern van waarheid in zitten. Voor mij in ieder geval nog een reden om biologisch te blijven eten.

Cijfertjes
Hoe groot is dan eigenlijk het aandeel van biologische aardappels in Nederland? Volgens aardappels.nl is ongeveer 5% van de aardappels die verkocht worden in Nederland biologisch, echter niet alle biologische aardappels komen uit Nederland. Volgens Compendium van de leefomgeving telt Nederland in 2012 48,6 hectare biologische landbouwgrond, daarmee wordt op 2,6 % van het totale landbouwareaal biologisch geboerd. In 2012 is de biologische landbouw met  2,1 procent gestegen. In vergelijking met Europa is de biologische landbouw in ons land overigens erg klein. Ter vergelijking: Oostenrijk (18,9%), Zweden (15,7%), Estland (14,1%, Tsjechië 13,1%) Het aantal biologische aardappelboeren ten opzichte van reguliere boeren kan ik jullie helaas (nog) niet vertellen.

Pieperroute
Ik ben benieuwd hoe deze cijfers zich vertalen naar het landschap waar ik doorheen ga fietsen. Waarschijnlijk is het verschil tussen biologische en gangbare aardappelvelden erg klein. Al heb ik me laten vertellen dat je biologische aardappelvelden kunt herkennen aan het onkruid wat er staat.  Ik ben benieuwd naar het landschap en naar de verhalen van de boeren. Vanaf half juli kun je er hier alles over lezen!










donderdag 9 mei 2013

Zijn streekproducten duurder?

Veel mensen hebben mij gevraagd of het eten tijdens de Streekweken niet veel duurder was dan tijdens de supermarktweek. Ik heb een poosje nagedacht of ik deze informatie in mijn blog zal zetten, maar ik heb besloten jullie toch een globale indruk te geven.

Eten uit de streek was goedkoper dan ik had verwacht. Zo waren groente, fruit en aardappels op de biologische markt goedkoper dan in de supermarkt en was de biefstuk van de biologische slager net zo duur als de biologische biefstuk van de supermarkt. Wel waren de kippenbouten vrij prijzig (duurder dan de biefstuk), maar daar staat tegenover dat ze in de meeste supermarkten niet eens biologische kippenbouten verkopen. Volgens de supermarkt gaat de consument veel vaker voor gemak en willen we geen kip met botjes meer eten. Ik ben blijkbaar een van de weinige mensen die dat jammer vindt.

Natuurlijk zijn er ook dingen die in de supermarkt echt goedkoper zijn. Honing als vervanger van suiker is een stuk prijziger en de zuivel van de boer is iets duurder. Pastameel uit de streek kost ongeveer 3 euro per kilo, een pak (gedroogde) biologische spaghetti (500 gram) 1,29 euro. (bio+ bij AH). Als je de tijd die je bezig bent om zelf de pasta te maken niet meetelt, is het prijsverschil desondanks gering. Alcohol uit de streek is wel veel duurder. Een fles regiowijn koste ons rond de veertien euro, een kruik streekbier (750 ml) rond de acht euro. Natuurlijk kan je de ene fles wijn moeilijk met de andere vergelijken, omdat je ook rekening zou moeten houden met de kwaliteit ervan. Een supermarktwijntje van rond de 5 euro is toch lang niet zo lekker als de streekwijn uit Groesbeek of Wageningen.

Wat het eten tijdens de streekweken overigens extra goedkoop maakte is dat we niet echt konden snoepen. Ook konden we buiten de deur niets eten of drinken. Dus niet snel naar de AH to go of tussendoor even een frietje halen. We moesten onze eigen lunch meenemen naar het werk en aten veel meer brood. Gelukkig is het streekbrood in onze regio erg lekker en net zo duur als vergelijkbaar biologisch brood. Als je het zelf bakt ben je wellicht nog goedkoper uit. Ik zeg wellicht, omdat ik niet kan inschatten hoeveel het energiegebruik van een broodbakmachine of een oven precies kost.

In de streekweken misten vooral thee,  dat kwam met name omdat we begin april begonnen. Ondertussen kan ik alweer dagelijks munt plukken uit mijn volkstuin. Dat ene verse muntplantje wat ik ooit voor twee euro op de markt heb gekocht, is inmiddels tot 2m2 aan muntplanten uitgegroeid. Dat terwijl een bakje van 40 gram in de supermarkt dezelfde twee euro kost. Dit jaar ga ik ook diverse kruiden uit mijn tuin drogen (bijvoorbeeld kamille of citroenmelisse), om daar in de winter thee van te kunnen trekken.

Tegenwoordig is het overigens ook helemaal hip om met onkruid te koken. Uit de streek en ook nog eens helemaal gratis. In Arnhem organiseert Casa Foresta zelfs wildplukworkshops. Ook worden er verschillende boeken geschreven over onkruid, zoals bijvoorbeeld het onkruidboek. Als je zelf wilt gaan plukken kun je terecht op een aantal websites, zoals de wildplukwijzer.

Ondertussen is het eetexperiment al ruim een week voorbij en eet ik weer 'normaal'. Streekgroente en -fruit heb ik al twee keer op de biologische markt gehaald, maar dit vul ik wel aan met dingen uit de supermarkt. Gelukkig is de volkstuin ondertussen ook weer een (bescheiden) bron van voeding. Niet alleen de munt, maar ook rabarber en radijsjes heb ik al volop kunnen oogsten. Deze week aten we voor het eerst kervelsoep, met daarin kervel, bieslook, peterselie, tijm en lavas (maggieplant), allemaal uit de tuin. Daarin dan wel weer een scheutje melk uit de supermarkt. Waarom geen melk uit de streek? Dat had helaas niets te maken met prijs, maar alles met openingstijden.

donderdag 25 april 2013

Ik mag weer 'normaal' eten

Deze week mag ik weer zo goed als alles eten. Na een week streekproducten en een week supermarktproducten wilde ik niets liever dan terugkeren naar een 'normaal' eetpatroon.

Afgelopen twee weken at ik bijna iedere avond samen met het Dynamic Food team. Men zegt dat eten verbindt en dat was in het geval van het team ook zeker zo, maar er is ook een andere waarheid. Twee weken lang had ik geen tijd om 's avonds met vrienden te eten, kon ik geen drankje drinken in een café en geen lunchafspraken plannen. Ik ben daarom blij dat ik morgen weer pasta kan eten bij Cosi en mijn eerste kop thee op het terras bij Café Vrijdag smaakte maandagmiddag heerlijk.

Tijdens de supermarktweek viel het me op hoeveel producten (onnodig) verpakt waren. De informatie op de verpakkingen zeggen me meestal niets. Ik weet niet waar de meeste e-nummers voorstaan, maar ook bij carnaubawas, maltodextrine en natriumnietriet kan ik me niet direct een beeld vormen. Meestal wist ik dus niet wat ik nou eigenlijk precies at. Ik snap ook niet waarom er zoveel toevoegingen in producten moeten zitten. Ik heb liever dat mijn producten iets minder langs houdbaar zijn en ik vind het ook niet erg als mijn brood iets minder glanst. Waar de dingen die ik eet vandaan komen is vaak niet te herleiden. Soms staat er nog bij 'van biologische oorsprong', soms staat het land van herkomst erbij, maar meestal is er helemaal niets te vinden over de herkomst van de producten. Zelfs bij groenten of fruit is dit niet altijd duidelijk aangegeven. Bij de kiwi's in de supermarkt stond bijvoorbeeld dat ze uit Nieuw Zeeland of Californië kwamen.

Door het onderzoek weet ik nu beter waar mijn producten vandaan komen en weet ik ook beter waar ik streekproducten koop. Dat je deze nauwelijks vindt bij de Arnhemse natuurwinkels zoals Estafette, Eko Plaza en Dynamiek , was een van de grootste teleurstellingen deze weken.  Er wordt door de winkels toch een ander beeld gecreëerd.

op de facebookpagina van Estafette

Door bewust in te kopen, kun je dingen veranderen. Ik kies ervoor dat te geloven. Misschien is dat naïef, maar dinsdag kwam in Tros Radar voorbij dat de meeste consumenten bijdragen aan de bijensterfte. Om de bijen te redden mag je geen bespoten fruit en groenten kopen, alleen nog maar biologisch brood eten. Ook moet je opletten dat ingredienten in verwerkte producten niet bespoten zijn. Aflevering Tros Radar > (item bijensterfte begint bij 9 minuten). Ik voel me hierdoor aangesproken, want natuurlijk wil ik niet dat de bijen uitsterven.

Tot en met 30 april houd ik alles wat ik eet bij in de voedingslijst, maar ik durf nu al wel te zeggen dat door dit onderzoek mijn eetgedrag is veranderd. Ik maak andere keuzes. Van een aantal dingen was ik me al bewust, zo kocht ik al voornamelijk biologische producten en eet ik geen industrievlees, maar nu ga ik nog een stapje verder.

Als ik kan kiezen tussen twee soorten brood, kies ik vanaf nu degene met de minste ingredienten. Als ik zelf brood bak, maak ik dat van meel, water, gist en zout. Meer hoeft er dan toch niet in te zitten? Ook heb ik me voorgenomen vaker naar de biologische markt te gaan (als mijn moestuin het toelaat). Als ik kan kiezen tussen een peer uit Nederland of een peer uit Argentinië kies ik de Nederlandse. Natuurlijk hebben mijn keuzes ook te maken met smaak. Het streekbrood vind ik veel lekkerder dan brood van de supermarkt en ik zal in een restaurant soms ook gewoon kiezen voor het lekkerste gerecht en niet voor het meest verantwoorde gerecht.

Het is goed om te weten wat er in mijn eten zit, maar soms kies ik er toch voor om deze informatie een beetje te negeren. Als ik ergens wat eet wil ik niet altijd lastige vragen stellen. Gister heb ik eerst wat dropjes in mijn mond gestopt en daarna pas op de verpakking gekeken. Ik heb bewondering voor mensen die die alleen nog maar biologische streekproducten eten, maar ik ben hier zelf te zwak voor. Gelukkig sta ik daarin niet alleen. Eerlijk gezegd ken ik ook geen streekfundamentalisten, alleen een aantal vegetariërs en en handvol veganisten.